Rijden onder invloed
Na een gezellig avondje uit met de nodige alcoholische versnaperingen toch in de auto gestapt? Dan kunt u strafbaar zijn op grond van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994. Als uw rijvaardigheid is aangetast vormt u namelijk een gevaar op de weg en kunt u daarvoor worden gestraft, omdat dit rijden onder invloed is. Naast alcohol, kunnen ook drugs en sommige geneesmiddelen de rijvaardigheid negatief beïnvloeden. Daarvoor gelden verschillende regels. Hieronder volgt een overzicht.
Alcohol
Bij rijden onder invloed van alcohol kan het alcoholgehalte door te blazen in een ademanalyseapparaat worden geschat of vastgesteld. Voor de toegestane hoeveelheid alcohol wordt een onderscheid gemaakt tussen ervaren en beginnend bestuurders. Als na u een alcoholgehalte van 220 microgram per uitgeademde liter lucht (µg/l) blaast, bent u als ervaren bestuurder strafbaar. Om u een beeld te geven, dat zijn ongeveer twee glazen (dit kan per persoon wel verschillen). Voor beginnend bestuurders is een alcoholgehalte van 88 µg/l al de grens.
Blaast u teveel, dan wordt u meegenomen naar het politiebureau voor een tweede blaastest: de (definitieve) ademanalyse. U mag dan meerdere keren blazen. Er dienen twee geldige metingen te zijn en de uitkomst ervan geldt als definitief bewijsmateriaal. Als u niet kunt blazen vanwege medische redenen (longproblemen bijvoorbeeld) of bij een tegenonderzoek, wordt het alcoholgehalte bepaald met behulp van een bloedonderzoek. U mag weigeren als u bijzondere geneeskundige redenen heeft. Onder toezicht van een politieagent zal een arts twee buisjes bloed afnemen. Buisje 1 zal worden onderzocht op het alcoholgehalte in uw bloed. Een bloedalcoholgehalte van 0,5‰ is maximaal toegestaan. Daarboven bent u strafbaar. Voor beginnend bestuurders geldt een maximaal bloedalcoholgehalte van 0,2 ‰. Buisje 2 is voor het geval u een tegenonderzoek wil laten verrichten. Daar moet u op worden gewezen. Het tegenonderzoek moet snel gebeuren, het laboratorium moet u zelf uitkiezen en de kosten moet u betalen. De politie zal u hiervan schriftelijk op de hoogte brengen.
Overigens is het weigeren van een alcoholonderzoek strafbaar. Weigert u, dan gaat het OM er vanuit dat u zeer veel heef gedronken en moet u denken aan een geldboete van 1.000 euro en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 9 maanden.
Drugs
U mag een voertuig besturen onder invloed van bijvoorbeeld XTC of wiet, maar niet als u teveel van die stof in uw bloed heeft. Voor een aantal drugs bestaat namelijk een wettelijk vastgestelde hoeveelheid, een vaste grens, bijvoorbeeld voor cannabis, cocaïne en MDMA. Onder de grens mag u een voertuig besturen, omdat uw rijvaardigheid door die geringe hoeveelheid niet wordt beïnvloed, daarboven mag u niet meer aan het verkeer deelnemen omdat dit wordt gezien als rijden onder invloed. U moet dan lang genoeg wachten totdat die stof onder de grenswaarde komt.
De politie mag bij een speekseltest inzetten om een voorlopig idee te krijgen of een voertuig onder invloed van drugs wordt bestuurd. Die test is voorlopig; test u positief dan zal u worden meegenomen naar het politiebureau voor bloedafname. Uit het bloedonderzoek zal het precies drugsgehalte moeten blijken. Dat bloed wordt opgestuurd naar een laboratorium. De uitslag volgt weken later. U mag een tegenonderzoek laten uitvoeren met het tweede buisje bloed dat op het politiebureau bij u is afgenomen.
Voor niet alle soorten drugs geldt een grenshoeveelheid. Dat betekent dat u bij die soorten drugs strafbaar bent als die – ongeacht de hoeveelheid – in een bloed worden gemeten en die uw rijvaardigheid nadelig hebben beïnvloed waardoor dit gezien wordt als rijden onder invloed. Daarvan kan snel sprake zijn, bijvoorbeeld als u betrokken bent bij een verkeersongeval.
Zie voor meer informatie de volgende blogs:
- Stoned achter het stuur
- Vrijspraak voor gebruik lachgas in het verkeer
- Rijden onder invloed van xtc is niet per definitie levensgevaarlijk
- Bedrocan in het verkeer?
Geneesmiddelen en onderzoek
Sommige geneesmiddelen kunnen het reactievermogen verminderen, zoals slaapmiddelen en spierverslappers. In de praktijk is het echter moeilijk om aan te tonen dat iemand rijdt onder invloed van een geneesmiddel. Soms kan het lijken alsof u te veel alcohol heeft gedronken. U kan dan worden verplicht om mee te werken aan een bloedonderzoek.
Bij sommige geneesmiddelen is het duidelijk dat je bij het gebruik ervan niet mag rijden, door de gele waarschuwingssticker op de verpakking bijvoorbeeld. Er zijn ook geneesmiddelen waarbij dat niet zo duidelijk is. Soms vermindert een geneesmiddel de rijvaardigheid alleen bij hoge doseringen. Het bloedonderzoek zal uiteindelijk aantonen of de geneesmiddelen de rijvaardigheid hebben beïnvloed.